zaterdag 9 november 2024

Pausbezoek Leuven mei 1985

 uit Veto, 23 mei 1985 (licht aangepast):

De grote massa in het stadion (Stade Leuven) moest reeds aanwezig zijn om 17u45. Wie later arriveerde, kwam er niet meer in. Op het grasveld had een Leuvense bierfirma om de halve meter plastieken bierbakken gedropt als geïmproviseerde zitjes. Ongeveer een vierde hiervan bleef onbezet. Ook op de grote staantribune waren enkele lege gaten te zien.

Vanaf 18u werd de massa in de juiste stemming gebracht door samenzang, muziek en kunstturnen. Dat was althans de bedoeling. Optredens van volksdansgroepen, vendeliers en een dansgroep uit O.L.Vrouw-Waver konden niet veel enthousiasme opwekken.

Het gelegenheidskoor bestaande uit meer dan 500 vrijwilligers van de KUL en van de Leuvense zangkoren ondersteunde de samenzang. Het orgelspel van prof. Verhack werkte hierbij eerder storend. Kwaliteit kwam wel van de Leuvense Universitaire Harmonie en Symfonie en van het universitair koor. Maar akoestisch kwam ook dat niet tot zijn recht in het stadion.

(foto: KU Leuven)

 De animositeit steeg pas voelbaar toen aangekondigd werd dat de paus via de Naamsestraat naderde en dat hem daar al een stormachtig onthaal te beurt viel. Applaus.

Nog meer gejuich toen de paus om 20u het stadion binnenzwaaide. De 200 meter werd afgelegd in een gezapig tempo. Er volgden matige toespraken: namens de studenten door Els Gryson en namens de Leuvense parochies door Vic Van Pelt. De speech van rector De Somer werd wel gesmaakt. Daarna was het de beurt aan de paus zelf. De massa begon te scanderen: “Leve de paus.” Toen het geroep uitstierf zei de paus: “Gij moet zwijgen om spreken te kunnen.” Applaus.

De uittocht gaf aanleiding tot enkele massahysterische taferelen. De massa op het grasveld repte zich naar de nadarafsluiting, nog voor het einde van de pauselijke toespraak. Enkele dapperen begonnen met bierbakken een persoonlijke doch wankele tribune te stapelen.  De pausmobiel legde de resterende 200 meter af met een zwaaiende paus en verdween toen in de nacht. Het frietkot aan de uitgang deed gouden zaken. – Bart De Moor

Ook een delegatie van het Montfortcollege was aanwezig. Dat werd geregeld door godsdienstleraar J.P. Pinxten, die maar 1 jaar in het college actief is geweest, maar zijn korte passage zeker niet ongezien voorbij heeft laten gaan. Toen we op de Ruelensvest terug op de bus stapten schalde "Dance into the fire" van Duran Duran uit de luidsprekers.

Reglement slaapzaal

 Schooljaar 1983-1984. Uit het schoolreglement:

De slaapzaal

Iedereen heeft de beschikking over een eigen kamer of chambret. Deze privacy biedt je de kans zelfstandigheid en verantwoordelijkheidszin aan te kweken. 

Slaapzaal Eerstes

Het is niet toegestaan op elkaars kamer of chambret te komen. Radio’s, zaklampen en elektrische apparaten zijn op de slaapzalen niet toegelaten. ’s Avonds bij het slapengaan begeeft eenieder zich op pantoffels naar zijn eigen chambret, waar men de nodige aandacht besteedt aan zijn persoonlijke hygiëne: was je degelijk, poets je tanden, neem zo nodig een voetbad, verander regelmatig van ondergoed. Daarna ga je rustig, zonder anderen te storen, slapen. Eenmaal in bed wordt er niet meer gegeten of gesnoept. ’s Morgens op een gegeven teken sta je op, verfris je, maak je bed op of leg het open. Geef je wasbak ook eens een beurt en ruim je chambret op. Overdag gaan we niet naar de slaapzaal tenzij met verlof van de opvoeder. De nachtrust verstoren of op andermans chambret of kamer komen wordt als een ernstige tekortkoming beschouwd.

 

Reglement eetzaal

Schooljaar 1983-1984. Uit het schoolreglement:

De eetzaal

Met ruim 240 jonge mensen in één eetzaal samenzijn vraagt van iedereen een grote toegeeflijkheid en bereidheid om rekening te houden met de andere. Behalve het eten biedt dit samenzijn-aan-tafel aan groot en klein de gelegenheid elkaar te leren kennen en belangstelling voor elkaar op te brengen. Meer nog dan elders moet de eetzaal een plaats zijn waar vriendschap, behulpzaamheid, beleefdheid, wederzijds respect en waardering voor het gebodene de boventoon voeren. Op groteren wordt een beroep gedaan om als tafelverantwoordelijke leiding te geven aan jongeren en hun goede gewoontes aan te leren. Door hun voorbeeld en vriendschap, zonder gebruik te maken van macht of geweld, zorgen ze ervoor, dat de regels van wellevendheid in acht genomen worden. Tot de taak van een tafelverantwoordelijke hoort ook het opstellen van een beurtrol voor het opruimen van de tafel, het bijhalen van spijzen, wie het eerst mag beginnen, het afwassen van het bestek ’s morgens en ’s avonds. De tafelverantwoordelijke die het klaar krijgt van zijn tafel een vriendengroep, een klein gezin te maken waar  eenieder zich thuis voelt en waar de goede gewoontes van onze eetzaal worden nageleefd, is geslaagd in zijn verantwoordelijkheid. Zo nodig kan hij bij het handhaven van de orde de hulp inroepen van de aanwezige opvoeder.

De keuken van broeder Jean
 

Bij het binnenkomen van de eetzaal gaat eenieder rustig op zijn plaats zitten. Na het gebed mag er gepraat worden, maar niet te luid. Vanzelfsprekend lopen we niet rond in de eetzaal. We hebben de goede gewoonte van elk gerecht te eten dat op tafel komt. “Mag” ik dit of dat niet zo gaarne, dan neem ik er toch een beetje van. Het is niet toegelaten spijzen van thuis mee te brengen. Met verwendheid en overdreven kieskeurigheid kan geen rekening gehouden worden. Eten met mes en vork is verplicht. Op het einde van de maaltijd wassen we zelf ons bestek af. Bij het ontbijt en het avondeten kan dit door een of twee personen per tafel gedaan worden. We nemen een handdoek mee om niet te morsen en blijven bij de wasbak of onderweg niet staan praten. Na het gebed en de mededelingen verlaten we per klas de eetzaal.

Iedere dag zijn er op toerbeurt zes leerlingen van de vier hoogste klassen die op- en afdienen, bijgestaan door drie leerlingen van de Tweedes die op het einde van het ontbijt en het avondeten de afval ophalen. Zij kwijten zich met zorg en welwillendheid van deze dienende taak.