woensdag 9 mei 2007

Paris 1985 : zondag 19 mei

Voor de laatste keer kwam mr. Aertbeliën ons uit bed zetten. We ontbeten en gingen naar de mis. Bij het verlaten van de kerk nam de vriendelijke pastoor hartelijk afscheid van ons. Vervolgens ruimden we onze kamers op, of beter gezegd, we maakten de kamers leeg en plaatsten onze koffers in de bus. Vandaag moesten we ons verplaatsen met de bus omdat ons metroticket vervallen was.
We kuierden nog even door het Musée du Jeu de Paume, de impressionistische meesterwerken aanschouwend.

Laatste bezoek: de Arc de Triomphe. Ditmaal klommen we naar boven. We hadden een mooi uitzicht op de twaalf avenues, badend in het zonlicht.
De laatste maaltijd in self service Strasbourg. Vooraleer we de bus opstapten kochten we nog wat souvenirs van niet al te legale straatverkopers.
Boordevol mooie herinneringen lieten we Parijs achter ons, met het voornemen om zeker nog eens terug te komen.
Tijdens het eerste deel van de reis haalden we al wat slaap in en vermoeid maar tevreden stapten we in Rotselaar uit de bus.

woensdag 2 mei 2007

Paris 1985 : zaterdag 18 mei

Het stel hyperkritische estheten van het Montfortcollege bezocht 's werelds grootste museum: het Louvre. Onze gidsen voerden ons naar een Egyptische zaal en naar de Rubens zalen, we aanschouwden o.a. de Venus van Milo, de Mona Lisa, het Vlot van Meduse...
In de namiddag waren we vrij en was er voor vrijwilligers de kans om enkele andere musea te bezoeken.
's Avonds gingen we samen naar het theater. Het stuk viel echter bij weinigen in de smaak, maar we treurden niet te lang want we kregen weer een avond vrij.
Een juiste keuze maken voor zo'n avond is een moeilijke opgave. Toch dachten we voornamelijk aan onze magen en velen brachten dan ook de avond door met de voeten onder de tafel van een Grieks of Italiaans restaurantje. Onnodig te vermelden dat we ons de Franse wijnen lieten welgevallen. We droomden dan ook zoet.

Paris 1985 : vrijdag 17 mei

Na een zelfde ochtendritueel stonden we rond tien uur in het Centre Pompidou waar we een geleid bezoek kregen. Dit bouwwerk valt op door zijn originele en omstreden bouwstijl: de buitenkant is bedekt met buizen, pijpen en leidingen. Op het plein voor het gebouw is er voortdurend animatie door goochelaars, vuurspuwers, tekenaars...
Na het middagmaal duikelden we weer gezamenlijk de metro in voor de langste metrorit die op het programma stond. We zaten drie kwartier onder de grond om de rand van Parijs te bereiken. Na nog een busrit van een klein halfuurtje bereikten we Versailles, toppunt van koninklijke weelde, luxe en rijkdom.
In het paleis was het echter vrij warm en de enorme massa toeristen zorgde ervoor dat een groot deel van onze groep na de rondleiding terugkeerde naar Parijs, terwijl een klein groepje eerst nog een wandeling door de tuinen maakte.
Uiteraard kregen we maar een klein deel van het paleis te zien, maar dat was voldoende om een onbeschrijfelijke indruk te maken. Louis XIV moet zich hier inderdaad een godheid gevoeld hebben, omgeven door een droomwereld.
De avond was vrij. Het merendeel trok naar Montmartre om vanop de trappen voor de Sacré-Coeur Parijs te aanschouwen in een gezellige sfeer.
Zaterdag was al enkele uren oud toen we in slaap vielen.

Paris 1985 : donderdag 16 mei

Een tamelijk fris uitziende Mr. Aertbeliën kwam ons (een half uurtje te laat) uit bed kloppen. We ontbeten in de jeugdherberg. Omdat het vandaag O.H.Hemelvaart was, gingen we naar de mis in een naburige kerk (Saint-Ambroise). We vulden de voormiddag met een bezoek aan het Île de la Cité, het hart van Parijs. We bezochten eerst de Conciergerie. Ik herinner me nog levendig de uitleg van een gids bij de Tour de l'Horloge. Die plaats bij de Pont au Change blijft voor mij het referentiepunt in Parijs: daar is het pas echt begonnen en daar deed de verandering zich voor. Ik werd er gebeten door het Parijsvirus en dat beestje heeft me nooit meer losgelaten. In de Sainte-Chapelle was ik aanvankelijk wat ontgoocheld: zo speciaal leek me dat gebouw nu ook niet. Waar maakten de mensen dan zoveel poespas over? Tot we via een klein wenteltrapje een verdieping hoger klommen. Toen werd alles glashelder! Alsof je in een diamant staat. Bij de Notre-Dame, het meest bezochte bouwwerk wellicht in heel Parijs, kregen we uitleg door de gids aan de buitenkant. De rest konden we op eigen initiatief bezoeken. Wie dat wilde, beklom de torens. Toen stonden er nog geen kooien op het parcours. Die bepampering van toeristen is er pas gekomen nadat enkele idioten zich volledig onverantwoord (en ook wel in totale radeloosheid) vanaf de torens naar beneden gestort hebben, daarbij mensen op de grond een doodsmak bezorgend. Voor mij zijn de absolute bezienswaardigheden in de kathedraal het orgel en de roosvensters, vooral die van de transepten. Het orgel speelde op deze feestdag en maakte een onvergetelijke indruk. De roosvensters met hun betoverend licht en imponerende afmetingen spraken in stilte. Dat doen ze altijd. Na de middag bezochten we het Hôtel des Invalides en in hoofdzaak de kolossale domkerk waarin het graf van Napoleon natuurlijk alle aandacht trok. Pracht en praal te over: in Parijs overtreft het ene monument het andere! Nadien moesten we een taalopdracht uitvoeren: we werden zo verplicht contact te zoeken met de Parijse bevolking; een aangename en boeiende activiteit. Ik herinner me een lijstje met namen die allemaal stormwinden voorstelden. Omdat smartphones en internet toen nog onbestaande waren, moesten we wel beroep doen op analoge Parijzenaars om de opdracht tot een goed einde te brengen. De rest van de namiddag hadden we vrij en in kleine groepjes gingen we onze neus achterna. Onder een staalblauwe hemel met een gloeiende zon trok het grootste deel uiteraard naar de Eiffeltoren om maar één bezienswaardigheid te noemen. 

Om 20u dineerden we voltallig in self service Strasbourg. 's Avonds maakten we als rasechte toeristen schaamteloos een boottocht op de fonkelende Seine, die als een statig zilveren lint door de stad stroomt. Maar het moet gezegd: het zicht op de stad vanop de Seine is zeer de moeite waard. De Notre-Dame doet me wat denken aan een grote kat die in het midden van de stad alle drukte ligt gade te slaan en het allemaal maar laat passeren. Ze heeft daar eeuwenlange ervaring mee. Na een wat langere metrorit arriveerden we in Montmartre, de meest romantische en schilderachtige buurt van Parijs en 's avonds vooral een verzamelplaats voor jeugdige toeristen. Het bleef echter maar bij een kortstondig proeven van de sfeer, want via Place Pigalle - de warmere buurt - keerden we terug naar ons verblijf, en rond eenzelfde uur als dat van gisteren vielen onze oogleden vermoeid maar voldaan dicht.

dinsdag 1 mei 2007

Paris 1985 : woensdag 15 mei

Om kwart over één (van de paters mocht geen enkele les geschorst worden in de voormiddag; ook een Parijsreis vormde daar geen uitzondering op!) bolde de autobus de immer statige oprijlaan van het Montfortcollege uit, gevuld met enthousiaste leerlingen van het vijfde en zesde jaar en als begeleiders Mr. Aertbeliën, mevr. Vander Elst, en pater Lemmens. Mr. Theyskens en zijn echtgenote pikten we in Leuven op. De reis verliep vlot en zonder noemenswaardige gebeurtenissen. Eens Parijs binnengeduikeld konden we al dadelijk de vermaarde kneepjes van de Parijse chauffeurs van dichtbij bestuderen. Wat een drukte en wat een georganiseerde chaos. Gelukkig maar dat wij gedurende vier dagen van de metro gebruik maakten!
We stapten uit in 151 Avenue Ledru-Rollin en betraden met onderzoekende blik wat moest doorgaan als jeugdherberg. Kamers werden toebedeeld... we installeerden ons zo 'comfortabel' mogelijk. We sliepen met 2 of 4 op een kamer en de stapelbedden haalden we veiligheidshalve maar uit elkaar.
Gelukkig spendeerden we niet te veel tijd in de jeugdherberg: van halftwee 's nachts tot halfnegen 's morgens; meer niet. We konden er douchen en ontbijten. Dat je hand aan de muren bleef kleven bij een toevallige aanraking, namen we maar voor lief.
De eerste avond dineerden we in self service Strasbourg op de Boulevard de Strasbourg. Als mijn historische reconstructie correct is, moet het op nummer 16 geweest zijn. Dat deel van de boulevard was toen een zeer levendige buurt, vol met theaters en bioscopen. Daar is 40 jaar later vrijwel niets meer van over: het is een mistroostige buurt geworden.
Iedereen was snel vertrouwd met de metro en we hebben het systeem optimaal benut.
's Avonds bezochten we de Tour Montparnasse, een glazen toren van 58 verdiepingen, toen nog volledig bedekt met panelen bruingetint glas.  Van boven op het dak...lag Parijs in al haar schoonheid aan onze voeten. Het was jammer dat de zichtbaarheid niet honderd procent was. Langzaam zagen we alle verlichting aangaan en Parijs zoals elke avond herboren worden tot de lichtstad. Op de bovenste verdieping zag ik kakkerlakken rondlopen in de toiletten. Hoogtewerkers waarschijnlijk.
In groep wandelden we daarna de Champs Elysées op, tot aan de Arc de Triomphe. Toen we onder deze flink opgeschaalde triomfboog stonden was het al donderdag.
Terug in Ledru-Rollin dronken we een koel glas wijn bij Vittorio. Lichtjes bedwelmd door al die pracht (en eventueel door de wijn) viel de meerderheid rond drie uur in slaap.

London 1986 : zaterdag 10 mei

Vroeg uit de veren en klaar om af te reizen. Brighton zou onze laatste uitstap worden. Dit kuststadje beweert de grootste jachthaven van Europa te bezitten en ook de langste pier. We hebben ons niet uitgesloofd om dat te controleren, maar we hebben wel wat centjes verloren in het lunapark op de Palace Pier. Brighton mag ook terecht fier zijn op het meest eigenaardige paleis van heel Engeland: The Royal Pavilion. Het gebouw in Indische stijl is binnenin opgesmukt met Chinese interieurs; hoogst merkwaardig.
Met een goedgevulde maag waren we bestand tegen de lange busreis naar Dover. Ofschoon de klok in de bus twee uur voorliep, bereikten we toch maar net op het nippertje de ferry, na een spurtje in de laatste kilometers.
Het enige wat opvallend positief was aan de terugreis op de ferry was het goeie Belgische eten. Voor de rest was het overigens een vrij kale, niet meteen gezellige veerboot. De voetballiefhebbers konden toch hun hartje ophalen voor het TV-scherm, waarop de Engelse Cup Final te zien was. Het speculeren over de hoeveelheden drank en andere luxe-artikelen uit de tax free shop was voor velen de interessantste bezigheid. Helemaal tegen het einde verzamelden we we, alsof het was afgesproken, rond een stel kaarters die aan het 'ezelen' waren. De straf voor de ezels bleek daardoor wat ongezellig te worden, maar ze zouden hun afgesproken taak later moeten nakomen.
Eenmaal op de E40 probeerde de burgemeester wat sfeer te kweken met een korte speech. Wat daaruit zeker mag aangehaald worden zijn de dankwoordjes aan de organisatoren en begeleiders : M. Wittebols, M. Van Gossum, M. Vos en pater Lemmens. Na de reishit viel de helft van het gezelschap in slaap, zodat nog eens bleek dat sfeer niet te kweken valt.
Donker was de nacht waarin de banden van de beruchte bus de laatste bocht inschuurden. Iedereen werd zalig (?) gewekt met de eindeloze dreunen van Sandra Kim. En toen... 'Tu es ' ...stopte de bus en met deze woorden vlogen de bezorgde moeders hun zonen in de armen.