Een tamelijk fris uitziende Mr. Aertbeliën kwam ons (een half uurtje te laat) uit bed kloppen. We ontbeten in de jeugdherberg. Omdat het vandaag O.H.Hemelvaart was, gingen we naar de mis in een naburige kerk (Saint-Ambroise). We vulden de voormiddag met een bezoek aan het Île de la Cité, het hart van Parijs. We bezochten eerst de Conciergerie. Ik herinner me nog levendig de uitleg van een gids bij de Tour de l'Horloge. Die plaats bij de Pont au Change blijft voor mij het referentiepunt in Parijs: daar is het pas echt begonnen en daar deed de verandering zich voor. Ik werd er gebeten door het Parijsvirus en dat beestje heeft me nooit meer losgelaten. In de Sainte-Chapelle was ik aanvankelijk wat ontgoocheld: zo speciaal leek me dat gebouw nu ook niet. Waar maakten de mensen dan zoveel poespas over? Tot we via een klein wenteltrapje een verdieping hoger klommen. Toen werd alles glashelder! Alsof je in een diamant staat. Bij de Notre-Dame, het meest bezochte bouwwerk wellicht in heel Parijs, kregen we uitleg door de gids aan de buitenkant. De rest konden we op eigen initiatief bezoeken. Wie dat wilde, beklom de torens. Toen stonden er nog geen kooien op het parcours. Die bepampering van toeristen is er pas gekomen nadat enkele idioten zich volledig onverantwoord (en ook wel in totale radeloosheid) vanaf de torens naar beneden gestort hebben, daarbij mensen op de grond een doodsmak bezorgend. Voor mij zijn de absolute bezienswaardigheden in de kathedraal het orgel en de roosvensters, vooral die van de transepten. Het orgel speelde op deze feestdag en maakte een onvergetelijke indruk. De roosvensters met hun betoverend licht en imponerende afmetingen spraken in stilte. Dat doen ze altijd. Na de middag bezochten we het Hôtel des Invalides en in hoofdzaak de kolossale domkerk waarin het graf van Napoleon natuurlijk alle aandacht trok. Pracht en praal te over: in Parijs overtreft het ene monument het andere! Nadien moesten we een taalopdracht uitvoeren: we werden zo verplicht contact te zoeken met de Parijse bevolking; een aangename en boeiende activiteit. Ik herinner me een lijstje met namen die allemaal stormwinden voorstelden. Omdat smartphones en internet toen nog onbestaande waren, moesten we wel beroep doen op analoge Parijzenaars om de opdracht tot een goed einde te brengen. De rest van de namiddag hadden we vrij en in kleine groepjes gingen we onze neus achterna. Onder een staalblauwe hemel met een gloeiende zon trok het grootste deel uiteraard naar de Eiffeltoren om maar één bezienswaardigheid te noemen.
Om 20u dineerden we voltallig in self service Strasbourg. 's Avonds maakten we als rasechte toeristen schaamteloos een boottocht op de fonkelende Seine, die als een statig zilveren lint door de stad stroomt. Maar het moet gezegd: het zicht op de stad vanop de Seine is zeer de moeite waard. De Notre-Dame doet me wat denken aan een grote kat die in het midden van de stad alle drukte ligt gade te slaan en het allemaal maar laat passeren. Ze heeft daar eeuwenlange ervaring mee. Na een wat langere metrorit arriveerden we in Montmartre, de meest romantische en schilderachtige buurt van Parijs en 's avonds vooral een verzamelplaats voor jeugdige toeristen. Het bleef echter maar bij een kortstondig proeven van de sfeer, want via Place Pigalle - de warmere buurt - keerden we terug naar ons verblijf, en rond eenzelfde uur als dat van gisteren vielen onze oogleden vermoeid maar voldaan dicht.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten